Training

trai·ning (de; v(m))

  1. het trainen: in training zijn

in·stru·e·ren (instrueerde, heeft geïnstrueerd)

  1. een voorschrift geven
  2. les geven 

Een goede instructie of training bouwt een brug tussen theorie en praktijk. Theorie geeft inzicht en praktijk geeft vaardigheid. Afhankelijk van de klant wensen kant een gestandaardiseerde opleiding worden verzorgt of een bedrijfsspecifieke opleiding.  

Voor bedrijfsspecifieke opleidingen zullen wij in overleg met u een lesplan opstellen. Op basis van dit lesplan wordt een lesboek, hand-out en/of een powerpoint ontwikkeld.

 U kunt mij onder ander inzetten als:

  • Docent arbeidsmiddelen
    • Veilig werken met hoogwerkers, heftrucks en verreiker
    • Veilig hijsen en heffen
    • Evenementen rigging
    • VOP (voldoende onderricht persoon) conform NEN 3140
  • Docent VCA / BHV
  • Docent MVK 

 

  • Docent opleiding keurmeester
    • Elektrische apparaten conform NEN 3140
    • Klimmateriaal EN 131, NEN 2484, EN 1004 en aanverwante richtlijnen
    • Hijsgereedschappen
    • Persoonlijke beschermingsmiddelen (Helmen/ valbveiliging)
    • Land, park en tuinbouwmachines
  • Docent management van middelen, het proces van keuren